Het Geraardsbergse handschrift

Huygens ING > Elektronische edities > Geraardsbergen

Noten

1. Zie voor beide kronieken Carasso-Kok 1981, nrs. 200 en 198.

2. Wanneer in het volgende de term 'Het Geraardsbergse handschrift' wordt gebruikt, wordt dus uitsluitend het tweede deel en niet het convoluut bedoeld.

3. Het betreft de nrs. 838-840 en 844: Poésies diverses, De properheden etc., Van dinghen die selden etc. en Poëme sur le calendrier. Marchal is onnauwkeurig te werk gegaan, hetgeen niet alleen blijkt uit het feit dat hij de meeste teksten niet afzonderlijk onderscheidt, maar ook uit het feit dat hij onder nr. 844 de prozatekst over Die verboden daghe vanden jare (nr. 84 in deze editie) noemt als een gedicht van Pieter van den Brandt. Hij haalt hier evident twee teksten door elkaar: de enige tekst die in het Geraardsbergse handschrift aan Pieteren den Brant wordt toegeschreven, is nr.83, het gedicht over de vier temperamenten (en dus niet over de kalender).

4. De Potter 1892, 358. De Potter gaat met deze opmerking voorbij aan het feit dat het handschrift voor een substantieel deel uit teksten in proza bestaat.

5. De Potter 1892, 358. Het wordt uit deze formulering niet duidelijk of De Potter vermoedde dat Pieter van den Brant nu de compilator of de auteur van deze collectie teksten was.

6. Mogelijk baseert hij zich hiervoor op de catalogus van Marchal (1839).

7. De jongste datering van zijn beschrijving is 17 juni 1928.

8. Janssens 1985, 7-8.

9. Pleij 1987a, 123.

10. Vgl. o.a. Fris 1911, 396. Met dank ook aan G. van Bockstaele te Geraardsbergen voor enkele waardevolle mededelingen in zijn brief d.d. 9 januari 1993.

11. Vgl. Batselier 1976, 8-10; Pleij 1987a, 123 en Pleij 1987b, 30.

12. Met dank aan prof. dr. P.F.J. Obbema voor zijn opmerkingen bij een eerdere versie van deze handschriftbeschrijving, en aan prof. dr. J.P. Gumbert en drs. G. van Thienen voor hun hulp en adviezen.

13. 0p de kim van het tweede blad zijn op de rectozijde nog een rood paragraafteken en een grote pennehaal zichtbaar.

14. Desalniettemin mag niet worden uitgesloten dat het handschrift achteraan een katern meer heeft gehad. Zie hieronder, par. 7.

15. De gecursiveerde cijfers betreffen de folia waarin zich het watermerk bevindt. De puntkomma duidt een katerngrens aan. De dubbelbladen worden per katern van binnen naar buiten opgesomd.

16. Voor zover waar te nemen zijn de afbeelding en het watermerk identiek. De bij Briquet opgegeven afmetingen (41 x 54 mm, besnoeid) stemmen echter niet overeen met het formaat van dit handschrift.

17. Vgl. het onder 2 genoemde watermerk anker met kruis. In dit geval stemt het papierformaat van de groep overeen met dat van het convoluut.

18. Het zou bijv. kunnen zijn dat de kopiist een legger had met zowel de Wereldkroniek en de 'Chronogrammist-1409' (dl. 1 van het hs.) als het gedicht Vanden ix besten (dl. 2, f.170v-183v). Vgl. Van Anrooij 1989, 309-310.

19. Zie voor dit verschijnsel Gumbert 1974, 155-156.

20. Zie Strubbe 1964, I, 116-117.

21. Vgl. Strubbe 1964, II, afb. XIX, 43.

22. De kroniek met de jaartalgedichtjes opent op f.92r na twee witregels met een eenvoudige, rood doorstreepte majuskel I, die niet uitstaat. Omdat links van de kantlijn wel een representant is gezet, kan de kopiist zich hier hebben vergist, te meer daar op f.92v na twee witregels wel een rode initiaal I aan de linkerrand is gezet. Een initiaal van hetzelfde type komt ook nog voor op f.98v. Op f.99v is de beginletter I echter links van de kantlijn met gewone tekstinkt aangebracht en is ook geen representant meer te zien.

23. De enige van deze beginletters die twee regels beslaat, is de S aan het begin van de proloog van tekst 73 op f.134v.

24. De paragraaftekens staan in principe altijd na een witregel. Op plaatsen waar de kopiist echter wel een paragraafteken wilde hebben, maar een witregel ontbrak, noteerde hij bij wijze van representant met tekstinkt in de marge een klein paragraafteken, zoals op f.159v en 160r bij het begin van de derde en vierde strofe van het gedicht over de Properheden vanden viere complexien.

25. Of dit 'opvullen' tijdens het afschrijven gebeurde of in een keer achteraf, is niet te zeggen. Er zijn in ieder geval geen kleurverschillen in de inkt.

26. Om de Properheden vanden viere complexien op een nieuwe bladzijde, c.q. f.159r, te kunnen laten beginnen, moest de kopiist onderaan f.158v een regel extra zetten. Opmerkelijk is dat hij vervolgens op f.159r ook 29 in plaats van 28 regels schrijft. Waarom onderaan f.183v een regel extra is gezet, valt thans niet meer na te gaan.

27. Op enkele spellingvarianten na zijn deze twee teksten identiek. Dat een tekst in verschillende handschriften onder een andere titel voorkomt, blijkt uit de overlevering van het gedicht Vanden vergiere van zuuerheden (f.126r-128v), dat in het handschrift-Van Hulthem (Brussel, KB, 15.589-623) de titel draagt Vanden bogaert die ene clare maecte en in het Comburgse handschrift (Stuttgart, WLB, cod. poet. et philol. 2o 22) de titel Vanden gheesteliken boemghaerde, terwijl de tekst in Den Haag, KB, 133 D 21,b op f.1r zonder titel begint.

28. Zie Briquet 1968, I 69, toevoeging van Stevenson bij afb. 5855-5857. Deze drie watermerken komen globaal overeen met de watermerken in f.I en II van het convoluut. Ze zijn geattesteerd in 1557-1578.

29. Zie Gnirrep, Gumbert & Szirmai 1992, 61.25 (muiter) en 62.12 (fenestra).

30. Zie voor deze term Gnirrep, Gumbert & Szirmai 1992, 55.9.

31. Het is overigens niet helemaal duidelijk of de papieren schutbladen voorin de band oorspronkelijk ook in deze volgorde zaten.

32. Volgens dhr. Van Bockstaele (brief d.d. 26 maart 1994) leverden de De Croÿ's in de 16de eeuw meestal de stadhouder en ondertekenden zij in die functie occasioneel de stadsrekeningen (meestal lieten zij zich vertegenwoordigen). Volgens diezelfde brief geven de basisstudies over de familiegeschiedenis van de Croÿ's geen Jodocus als voornaam.

33. Zie Verbeemen 1961, nrs. 457, 479, 480, 496, 549 en 2134. In akte nr. 479 (1656) en 496 (1659) is sprake van Jan Baptista Conincx, oud-burgemeester van Diest. Blijkens akte nr. 549 (1665-1676) was deze inmiddels overleden. Hier wordt de naam van zijn vrouw vermeld: Barbara van der Straten. Volgens de archivaris van Diest, J. van de Ven (brief d.d. 11.4.94), vermelden de parochieregisters van de Sint-Sulpitiuskerk te Diest tweemaal, zonder enige verdere verduidelijking, het overlijden van een Jan Baptist Coninckx, op 25 oktober 1661 en op 20 juli 1693.

34. Bijv. de gedichtjes op f.114r (tekst 37) en 125r (tekst 61), waar de streepjes een cesuur in de versregels aangeven.

35. De tekst telt 39 regels, waarvan de laatste een motto lijkt te bevatten. Het incipit luidt: Hoort ons aen ick wil u een clucht vertellen / Hoe dat geuel met ons schaepken(?) hadde g...

36. De Vreese geeft in art. 55 en 56 van de Bouwstoffen (MNW, 10) als datering ca. 1465, en in art. 28.13 omstreeks 1460. Lieftinck dateert in de Bouwstoffen (MNW, 10) art. 914.A.XVI en XVIII het handschrift ruimer, tweede helft 15de eeuw. Een foutieve datering (1433) geeft Jansen-Sieben 1989, 248. Dit jaartal wordt genoemd in het opschrift van De properheden vanden vier complexien van Pieter den Brant (f.159r3) en in het pelgrimsverslag op f.133r-134v (134r16). Marchal 1839, 17 dateert eveneens het tweede deel in 1433, en het eerste deel in 1409, op grond van het laatstgenoemde jaartal in de kroniek van de Chronogrammist. Zie ook CMD-B2, A106 en A153.

37. Daarentegen op f.164r2 in rijmpositie aprille. Vgl. Berteloot 1984, krt. 38. Ook De Vreese en Lieftinck (zie vorige noot) noemen het dialect van het tweede deel Vlaams; De Vreese karakteriseert in art. 56.41 het afschrift van de Wereldkroniek van heraut Beyeren als 'Hollandsche, eenigermate vervlaamschte tekst'.

38. Het is niet duidelijk of 71 en 72 twee aparte teksten zijn, maar aangezien 72 duidelijk niet meer over de Phaedrus van Plato handelt, is hier gekozen voor een scheiding van de twee teksten.

39. De kopiist heeft voor xvii een teken in de vorm van een o geschreven waarvan de betekenis niet duidelijk is.

40. Voor w heeft de kopiist waen ter correctie doorgehaald.

41. Boven aen heeft hij aen uitgewist en onder 103v7 heeft hij ter hoogte van aen een a geschreven.

42. onminne: De kopiist heeft in minn een pootje te veel geschreven.

43. Pasteiheters: De a heeft de kopiist boven de regel tussen de P en de s geschreven.

44. veurne: Waarschijnlijk heeft de kopiist veurne gecorrigeerd uit vaurne.

45. Het einde van folio en strofe vallen hier samen.

46. Het einde van folio en strofe vallen hier samen.

47. De kopiist heeft boven deze regel reeds de titel van de volgende tekst geschreven en ter correctie doorgehaald.

48. Xps: De afkorting voor cristus, is hier gehandhaafd, omdat zij als onderdeel van het abecedarium functioneert.

49. Titel: Het vers begint met een afkorting voor titel. Deze afkorting is in het laatste vers overtollig: het eerste woord van het vers luidde oorspronkelijk est (niet eist). Met dank aan Herman Mulder.

50. Titel: Het vers begint met een afkorting voor titel. Deze afkorting is hier overtollig: het eerste woord van het vers luidde oorspronkelijk est (niet eist). Met dank aan Herman Mulder, die een publicatie over abc-gedichten voorbereidt.

51. Het is onduidelijk of de kopiist rual of riial heeft geschreven.

52. Abusievelijk heeft de kopiist sachte van vpsittene geschreven en niet ter correctie doorgehaald. In de linkermarge heeft hij zeer klein art van keere geschreven.

53. Abusievelijk heeft de kopiist eenen dach ter hoogte van Van v ghenouchten geschreven. Hierdoor staan een weke, een maent en een iaer eveneens op de verkeerde regel. Altoes, de laatste tijdsaanduiding, heeft de kopiist op de juiste regel geschreven. Tussen een iaer en altoes hebben we dan een onbeschreven regel.

54. Voor vi heeft de kopiist x ter correctie doorgehaald.

55. Tussen la en vieille heeft de kopiist viel ter correctie doorgehaald.

56. Voor v heeft de kopiist x ter correctie doorgehaald.

57. Voor statute heeft de kopiist stute ter correctie doorgehaald.

58. Het handschrift heeft xpristum.

59. champanghen: Tussen de n en de g heeft de kopiist geknoeid, waardoor ook champanaghen gelezen kan worden. Voor ende heeft de kopiist de lee ter correctie doorgehaald.

60. Het handschrift heeft xpristofori.

61. Na tollit heeft de kopiist luget ter correctie doorgehaald.

62. omnium: De kopiist heeft een pootje te veel geschreven.

63. Voor cleophas heeft de kopiist ch ter correctie doorgehaald.

64. saloma: De kopiist heeft bij de m een pootje te veel geschreven.

65. De kopiist heeft wy boven de regel tussen hoeren en so geschreven en niet ter correctie doorgehaald.

66. tgheent: De kopiist heeft g uit h gecorrigeerd.

67. vereeseen: In de tweede e heeft de kopiist geknoeid. Het is onduidelijk uit welke letter de kopiist deze e heeft gecorrigeerd.

68. Na curet heeft de kopiist also si ter correctie doorgehaald.

69. ghemict: Tussen de i en de c heeft de kopiist (?) in lichtere inkt een j geschreven en boven het woord een afkortingsstreep toegevoegd.

70. wi: Na de i heeft de kopiist (?) in lichtere inkt een j toegevoegd. Vergelijk 120v6.

71. gheuelt: De kopiist heeft in eerste instantie beuelt geschreven, vervolgens een g voor het woord geschreven en de h uit de b gecorrigeerd.

72. Voor an heeft de kopiist (?) in lichtere inkt een j geschreven, vervolgens het woord ter correctie doorgehaald en in de rechtermarge opnieuw jan geschreven. Vergelijk 120v6 en 120v11.

73. Deze regel heeft de kopiist in de binnenmarge toegevoegd.

74. Deze regel heeft de kopiist in de binnenmarge toegevoegd.

75. den thuun: Abusievelijk is de kopiist het tweede rijtje een regel te hoog begonnen. Deze regel is bij de regelnummering van het folio genegeerd.

76. De kopiist heeft eenvuldeghe gecorrigeerd uit eenwldeghe.

77. huusen: De kopiist heeft eerst huwen geschreven, met rode inkt ter correctie doorgehaald en later boven de regel huusen geschreven.

78. thoehtmen: De kopiist heeft de tweede h uit een n gecorrigeerd.

79. heyden: Het is niet duidelijk welke letters de kopiist in yd heeft gecorrigeerd.

80. Voor ons heeft de kopiist een d verticaal ter correctie doorgehaald.

81. Voor den heeft de kopiist volesine groot ter correctie doorgehaald.

82. Voor palmboeme heeft de kopiist pl ter correctie doorgehaald.

83. arm: Door de kopiist mogelijk gecorrigeerd uit aem.

84. ghulsicheit: De tweede i heeft de kopiist boven het woord geschreven.

85. Voor het eerste te heeft de kopiist vele ter correctie doorgehaald.

86. dicatur: De i is nauwelijks als een i te onderscheiden.

87. addatur: De kopiist heeft waarschijnlijk de u over een e geschreven.

88. De kopiist heeft heere boven de regel toegevoegd.

89. De kopiist heeft heere boven de regel toegevoegd.

90. lieden: De kopiist heeft boven de i en de d de e toegevoegd.

91. Na ghenouch heeft de kopiist een d (?) geschreven die hij niet ter correctie heeft doorgehaald.

92. sietmen: De kopiist heeft waarschijnlijk de i over een e geschreven.

93. Het handschrift heeft xpristus.

94. Voor ende heeft de kopiist van onsen heere jhesus kerst tussche met bruine en rode inkt ter correctie doorgehaald.

95. reynicheit: De kopiist heeft bij de letters ni een pootje te veel geschreven.

96. prouuic: Tussen de p en de r heeft de kopiist een letter ter correctie doorgehaald. Welke letter dat is geweest, is niet meer te onderscheiden.

97. wy: Boven de regel tussen waren en quite toegevoegd door de kopiist.

98. wet: Het handschrift heeft weet, maar de tweede e heeft de kopiist waarschijnlijk ter correctie doorgehaald.

99. Abusievelijk heeft de kopiist de laatste regel van 157v bovenaan 158r herhaald en niet ter correctie doorgehaald. Deze regel is alleen bij de versnummering genegeerd.

100. eerst: Tussen de tweede e en de s heeft de kopiist boven de regel een r toegevoegd.

101. dien: De i heeft de kopiist over de e geschreven.

102. Achter elke c in deze maand heeft de kopiist een x geschreven.

103. sonneschijn: Tussen de e en de s heeft de kopiist gh ter correctie doorgehaald.

104. verblyden: Tussen de y en de e heeft de kopiist ter correctie een d geschreven.

105. sietmen: De i heeft de kopiist over de e geschreven.

106. Het handschrift heeft xpristoffels.

107. tswinters: Na de eerste t was de kopiist al aan de w begonnen. Vervolgens schreef hij over de eerste poot van de w een s en schreef hij een tweede v zodat een w ontstond.

108. Tussen al en omtrent heeft de kopiist waarschijnlijk to uitgewist of ter correctie doorgehaald.

109. Siet: De kopiist heeft de i over de e geschreven.

110. ghelast: Het is niet duidelijk uit welke letters de kopiist st heeft gecorrigeerd.

111. d: De kopiist heeft abusievelijk Bry geschreven, Br heeft hij ter correctie doorgehaald en de d uit een y gecorrigeerd.

112. hant: Boven de a heeft de kopiist een c verticaal doorgehaald.

113. Daer naer: De kopiist heeft naer boven Daer en moet geschreven.

114. c: Het is onduidelijk welke letter de kopiist ter correctie heeft doorgehaald.

115. barnabaes: Boven de s heeft de kopiist een d ter correctie verticaal doorgehaald.

116. tweede g: Abusievelijk heeft de kopiist na de g een a geschreven en ter correctie verticaal doorgehaald.

117. Abusievelijk heeft de kopiist boven deze regel reeds de eerste regel van de maand oktober geschreven en deze ter correctie met bruine en rode inkt doorgehaald.

118. hi: De kopiist heeft hi gecorrigeerd uit yi.

119. Voor dan heeft de kopiist al ter correctie doorgehaald.

120. ghenouch: De u heeft de kopiist boven de o geschreven.

121. gheuouch: De tweede u heeft de kopiist boven de o geschreven.

122. De kopiist heeft wan boven ytalen geschreven. Tussen Hi en wan staat een rode punt.

123. Voor scrijft heeft de kopiist schij ter correctie met rode inkt doorgehaald.

124. cynse: De Vreese (zie hiervoor zijn exemplaar van De Pauw dat zich in de bnm bevindt) leest teynse. Volgens hem heeft de kopiist eerst teynse geschreven, waarna hij de e verticaal heeft doorgehaald en boven de e een kleine h heeft toegevoegd.

125. heere: De kopiist heeft de h uit een l gecorrigeerd.

126. Het handschrift heeft xprist.

127. vriesen: De kopiist heeft waarschijnlijk de i uit een e gecorrigeerd.

128. ghevaren: De kopiist heeft ghewaren geschreven en ter correctie de eerste poot van de w doorgehaald.

129. Voor voor heeft de kopiist voer hi ter correctie doorgehaald.

130. Voor ouer heeft de kopiist ofte ter correctie doorgehaald.

131. slouchi: Het handschrift heeft slouthi, maar de t is waarschijnlijk een verschrijving door de kopiist van de c; vergelijk 181v2. De kopiist heeft de h uit een l gecorrigeerd.